De junikever (Amphimallon solstitiale) behoort, net als de rozenkever en meikever, tot de familie van de bladsprietkevers. Deze kever staat bekend om de schade die hij aanricht in onder andere de boomkwekerij en bij hortensia’s. Zijn naam dankt hij aan de maand juni, waarin hij doorgaans het meest actief is. Lees hier hoe je de junikever herkent en hoe je hem effectief kunt bestrijden.
Wat is een junikever?
De junikever is een keversoort uit de familie van de bladsprietkevers. Hij wordt ongeveer 1 tot 1,5 centimeter lang en is te herkennen aan zijn lichtbruine, iets harige dekschilden en stevige lichaamsbouw. De junikever wordt ook wel gezien als het ‘jongere broertje’ van de meikever, niet alleen omdat hij iets kleiner is, maar ook omdat hij iets later in het jaar verschijnt. De naam ‘junikever’ verwijst naar de periode waarin deze kever het meest voorkomt: rond juni, tijdens de zwoele zomeravonden.
Hoewel de volwassen kever vooral ’s nachts actief is en zich voedt met bladeren, is het vooral de larve (de engerling) die schade veroorzaakt. Deze larven leven onder de grond en voeden zich met de wortels van gras, planten en jonge bomen. Hierdoor kunnen gazons, sierplanten en gewassen ernstig worden aangetast.
De junikever komt in grote delen van Europa voor en is vooral berucht in de tuinbouw, boomkwekerijen en siertuinen. Tijdige signalering en biologische bestrijding, bijvoorbeeld met aaltjes, zijn essentieel om schade te voorkomen of te beperken.

Levenscyclus van de junikever
Vanaf juni, de maand waar de junikever zijn naam aan te danken heeft komen de volwassen kevers uit de grond en gaan ze op zoek naar voedsel en een partner. De kevers zijn vooral actief in de schemering en tijdens warme zomeravonden. Ongeveer twee weken na het verschijnen worden de vrouwtjes geslachtsrijp en start het paarseizoen. De mannetjes zoeken de vrouwtjes actief op en gebruiken hun goed ontwikkelde voelsprieten om ze te lokaliseren.
Na de paring legt het vrouwtje haar eitjes in losse, warme bodem (vaak in grasvelden, tuinen of landbouwgrond). Een vrouwtje legt gemiddeld 30 tot 40 eitjes. Kort daarna sterft ze.
Na ongeveer 3 tot 4 weken komen de eitjes uit en ontwikkelen zich tot larven, oftewel engerlingen. Deze leven ondergronds en voeden zich met de wortels van gras, planten en jonge bomen. De larven doorlopen meerdere groeistadia en blijven meestal twee tot drie jaar onder de grond.
Na hun laatste larvenstadium verpoppen de engerlingen zich in de bodem. Enkele weken tot maanden later komt de volwassen junikever uit de pop, waarmee de cyclus opnieuw begint.
Biologische bestrijding van de junikever
Hoewel volwassen junikevers zelf weinig schade aanrichten, zijn het vooral hun larven (de engerlingen) die grote problemen veroorzaken. Deze leven onder de grond en voeden zich met de wortels van gras, planten en jonge bomen. Daardoor kunnen gazons, borders en zelfs boomkwekerijen ernstig worden aangetast.
De larven van de junikever blijven meestal twee tot drie jaar in de bodem en doorlopen in die tijd meerdere ontwikkelstadia. Ze overwinteren in de grond en richten vaak jaar na jaar nieuwe schade aan, nog voordat ze zich tot kever ontwikkelen.
De meest effectieve én natuurlijke manier om deze engerlingen te bestrijden is het inzetten van aaltjes (nematoden). Deze microscopisch kleine organismen dringen de larven binnen en schakelen ze van binnenuit uit, zonder schade aan te richten aan andere planten of dieren. Een duurzame en milieuvriendelijke oplossing die uitstekend past in een natuurlijke tuin of kwekerijomgeving.
Last van kale plekken in je gazon? Dan zijn hoogstwaarschijnlijk engerlingen de boosdoener.
Lees meerPerfect voor grotere oppervlaktes! Jouw bondgenoot voor het verspreiden van aaltjes
Lees meerHoe voorkom je overlast van volwassen junikevers?
De volwassen junikever is vooral actief in juni, vaak tijdens warme zomeravonden. Hoewel hij zelf weinig schade veroorzaakt, kan hij wél hinderlijk zijn als hij massaal rondvliegt, vooral in de buurt van lichtbronnen.
Gelukkig kun je op verschillende manieren overlast beperken en schade voorkomen:
- Vermijd felle buitenverlichting: Junikevers worden sterk aangetrokken tot licht. Door lampen rondom huis en tuin te dimmen of af te schermen, voorkom je dat ze massaal op je tuin afkomen.
- Houd kevers buiten de deur: Plaats horren voor ramen en deuren om te voorkomen dat junikevers naar binnen vliegen op zwoele avonden.
- Trek natuurlijke vijanden aan: Maak je tuin aantrekkelijk voor vogels en egels, die zich graag voeden met kevers en larven. Zo help je de natuur én houd je de populatie in balans.
Door larven te bestrijden én volwassen kevers te weren, bescherm je jouw tuin op een natuurlijke en effectieve manier tegen schade.
Veelgestelde vragen over de junikever
De junikever is ongevaarlijk. Hij bijt of steekt niet.
Een volwassen junikever is 14 tot 18 millimeter groot en lichtbruin van kleur, met tinten die variëren van oranjebruin tot geelbruin. Opvallend is de geelbruine beharing over het hele lichaam, die duidelijk langer is dan die van de rozenkever en de meikever.
Een engerling is de larve van een kever uit de familie van de bladsprietkevers. De meest bekende is die van de meikever, maar ook de larven van de junikever en andere keversoorten vallen onder deze verzamelnaam.
De junikever kan voor flink wat overlast zorgen, maar vooral door zijn larven. Deze engerlingen voeden zich namelijk met de wortels van gras en planten, wat kan leiden tot gele, verdorde plekken in het gazon en verzwakte planten die gevoeliger zijn voor ziektes en plagen. Ook de volwassen kevers kunnen schade aanrichten door aan bladeren te knagen, al blijft die schade meestal beperkt.
Vleermuizen zijn natuurlijke vijanden van de junikever, net als mezen, kraaien en kikkers – zij eten graag de volwassen kevers. Omdat junikevers maar een paar weken leven, zijn ze meestal slechts kort zichtbaar in tuinen en parken voordat ze weer verdwijnen.



