Bijna alle insecten beginnen hun leven als een ei. Uit dit ei komt soms een kleine versie van het volwassen insect, maar meestal ondergaat het insect een duidelijke verandering in uiterlijk en vorm, die bekendstaat als volledige metamorfose. In dit deel bespreken we deze metamorfose van insecten.
De meeste insectensoorten behoren tot een groep die een volledige metamorfose doormaakt, ook wel Holometabola genoemd. Dit betekent dat het larvestadium er heel anders uitziet dan het volwassen insect en dat er een popstadium tussen deze twee stadia zit. In dit popstadium vinden er ingrijpende veranderingen plaats. Zo wordt bijvoorbeeld het hele darmstelsel aangepast, omdat het volwassen insect vaak ander voedsel eet dan de larve. Ook de uiterlijke kenmerken veranderen sterk, zoals de aanhangsels (bijvoorbeeld poten en vleugels), die worden aangepast aan het leven van het volwassen insect. Het popstadium is dus een soort overgangsfase waarin de larve zich voorbereidt op een nieuwe leefomgeving en levensstijl. Hoewel de pop niet eet en sommige insecten als pop overwinteren, is dit stadium allesbehalve een rustperiode. Er gebeurt veel binnen de pop, terwijl deze zich voorbereidt op de volwassen fase.

Er zijn verschillende typen poppen, afhankelijk van het insect. Bij primitieve holometabole insecten, zoals netvleugeligen, liggen de aanhangsels (zoals poten en vleugels) los langs het lichaam en kunnen ze in sommige soorten zelfs bewegen. Deze poppen kunnen een beetje lopen en lijken daardoor nog enigszins op de nimfen van insecten met een onvolledige metamorfose. Bij meer geavanceerde insectengroepen liggen de aanhangsels strak tegen het lichaam of zijn ze zelfs volledig ingekapseld in de pop. Deze poppen zijn hulpeloos en kunnen zich nauwelijks bewegen, hooguit wat kronkelen met het achterlijf.
Omdat insecten in het popstadium vaak erg kwetsbaar zijn, hebben verschillende groepen insecten zich op diverse manieren aangepast om te overleven. Veel larven verbergen zich bijvoorbeeld in hout of in spleten in muren voordat ze zich verpoppen. Sommige muggenlarven kunnen als pop snel wegschieten door krachtige bewegingen van hun achterlijf, waardoor ze aan vijanden ontsnappen. Andere insecten gebruiken camouflage om zich te beschermen. Zo hangen dagvlinders onopvallend tussen takken en lijken ze op dode bladeren. Een van de bekendste vormen van bescherming is het spinnen van een cocon, zoals bij de zijderups, die afkomstig is uit China. Het spinnen van een cocon is een techniek die in veel insectengroepen onafhankelijk van elkaar is ontstaan. Larven van netvleugeligen, muggen, vliesvleugeligen, schietmotten en nachtvlinders spinnen hun cocon elk op hun eigen unieke manier.
Naast de drie hoofdvormen van metamorfose zijn er ook enkele overgangsvormen. Bij hemimetabole insecten zoals schildluizen, is er een bijna bewegingsloos laatste stadium dat lijkt op het popstadium van vliegen. Ook tripsen ondergaan een complexe nimfale ontwikkeling met een of meer ruststadia die doen denken aan popstadia.
Dit was deel twee, de volledige metamorfose van insecten. in het eerste deel lees je over de onvolledige gedaanteverwisseling.